S1. 14. Podcast Quick Question-Answer Dutch part 2: Vervoersmiddelen

15-02-2020

Luister naar de podcast 'Quick Question-Answer part 2: Vervoersmiddelen'.

Lees hieronder de transcriptie van de podcast.

Hallo allemaal. Ik ben Kathelijn, Your Dutch Coach. Leuk dat je luistert. Door naar mijn podcast te luisteren, vergroot je op een leuke en gemakkelijke manier je Nederlandse spreekvaardigheid en je Nederlandse luistervaardigheid. De transcripties van mijn podcasts staan op mijn website. Een link naar mijn website vind je op de Instagrampagina van YourDutchCoach. Je kunt ook rechtstreeks naar mijn website gaan via www.yourdutchcoach.nl. Laten we beginnen.

Met een van mijn vorige podcasts, Quick question-answer, heb je een aantal veelvoorkomende vragen in het Nederlands kunnen oefenen. De vragen en antwoorden die ik gaf, hadden te maken met kennismaken. Als je een nieuwe taal leert, dan moet je vaak een drempel over om een gesprek in die taal te voeren. Het is soms moeilijk, en soms is het gewoonweg eng, om in een vreemde taal te antwoorden. In deze podcast wil ik daarom samen met jou nieuwe vragen en antwoorden oefenen. Deze keer horen de vragen bij het thema 'Vervoersmiddelen'. Ik zal dus vragen stellen over de fiets, de auto, de bus et cetera. Mocht je een verzoek hebben voor een volgend thema, laat het me dan weten door me een bericht te sturen via Instagram.

Ik zal nu nog eens uitleggen hoe het werkt. Ook deze keer zal ik telkens een vraag te stellen en jou daarna twee mogelijke antwoorden op deze vraag geven. Na iedere vraag pauzeer ik even. Jij krijgt dan de mogelijkheid om de vraag te herhalen. Daarna geef ik twee mogelijke antwoorden op deze vraag. Na ieder antwoord pauzeer ik weer even. Jij krijgt dan de mogelijkheid om het antwoord te herhalen. Dit doen we twee keer. Daarna stel ik de volgende vraag en dan doen we weer precies hetzelfde.

Ik stel je in totaal tien vragen. Na deze herhalingsoefening, stel ik alleen nog maar de vragen. Ik herhaal de vragen dus nog een keer. Het is aan jou om een antwoord te geven.

Ik adviseer je om je uitspraak zelf op te nemen. Zo kun je zelf op een gemakkelijke manier controleren of je uitspraak goed is.

Het is belangrijk om ook bij deze oefening de transcriptie op mijn website te lezen. Op deze manier leer je hoe woorden en zinnen uitgesproken worden. Pauzeer deze aflevering even. Ga eerst naar mijn website, www.yourdutchcoach.nl, om de transcriptie te lezen. Als je in de auto zit en niet in de gelegenheid bent om de transcriptie te lezen, luister dan gewoon verder. Ben je er klaar voor? Hier komt de eerste vraag.

1 Hoe reis jij naar je werk?
a Ik ga met de trein naar mijn werk.
b Ik ga met de auto naar mijn werk.

2 Heb jij een rijbewijs?
a Ja, ik heb een rijbewijs.
b Nee, ik heb geen rijbewijs.

3 Vind jij het leuk om te fietsen?
a Ja, ik vind het leuk om te fietsen.
b Nee, ik vind het niet leuk om te fietsen.

4 Reis jij wel eens met de trein?
a Ja, ik reis heel vaak met de trein.
b Nee, ik reis nooit met de trein.

5 Pak jij liever de bus of de tram?
a Ik pak liever de bus.
b Ik pak liever de tram.

6 Zullen we morgen samen naar het werk fietsen?
a Ja, het lijkt me leuk om morgen samen naar het werk te fietsen.
b Nee, ik fiets morgen liever alleen naar het werk.

7 Mijn accu is leeg, heb jij misschien startkabels bij je?
a Ja natuurlijk, ik pak ze even.
b Nee sorry, ik heb geen startkabels bij me.

8 Zullen we met de fiets of met de bus naar de stad gaan?
a Laten we met de fiets naar de stad gaan.
b Laten we met de bus naar de stad gaan.

9 Wil je morgen met mij meerijden?
a Ja, ik wil morgen graag met jou meerijden.
b Nee, ik wil morgen niet met jou meerijden.

10 Durf jij te fietsen als het heeft gesneeuwd?
a Ja, ik durf te fietsen als het heeft gesneeuwd.
b Nee, ik durf niet te fietsen als het heeft gesneeuwd.

Dit was de laatste vraag. Ik stel de vragen nu nog eens. Jij hoeft de vraag nu niet meer te herhalen. Je geeft alleen het antwoord. Het antwoord geef jij nu dus zelf. Beantwoord de vragen spontaan. Denk hier niet te lang over na. Je krijgt voldoende tijd om antwoord te geven.

1 Hoe reis jij naar je werk?

2 Heb jij een rijbewijs?

3 Vind jij het leuk om te fietsen?

4 Reis jij wel eens met de trein?

5 Pak jij liever de bus of de tram?

6 Zullen we morgen samen naar het werk fietsen?

7 Mijn accu is leeg, heb jij misschien startkabels bij je?

8 Zullen we met de fiets of met de bus naar de stad gaan?

9 Wil je morgen met mij meerijden?

10 Durf jij te fietsen als het heeft gesneeuwd?

Dit was de laatste vraag.

Voordat we afscheid van elkaar nemen, wil ik je graag attenderen op mijn Instagramaccount YourDutchCoach. Volg me op Instagram via YourDutchCoach. Alle transcripties van mijn podcasts vind je bovendien op mijn website, www.yourdutchcoach.nl. Bedankt voor het luisteren! Tot de volgende keer!

© 2019 YourDutchCoach | Alle rechten voorbehouden.
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website.